Ach, zei ze, in de wildernis van het 'alleen'
Vindt een mens geen houvast
Alles koud en glad en angstig
En niemand om je heen
Hij knikte, dat herkent hij wel:
Volstrekt onbegrepen
In een wereld vol verwarring;
Zo voelt het kleintje in hem zich dikwijls ook
Ze sloeg haar armen om hem heen
En even waren zij gelukkig samen.
Mensen worden gevormd door hun ouders en de omgeving waarin zij opgroeien.
Dat kind wat je ooit was, dat kleintje, leeft op de een of andere manier nog steeds in je. Het is een deel van je. Een kwetsbaar deel vaak, dat veiligheid en geborgenheid nodig heeft.
Dat mannen bijna geen sieraden dragen…
Kom laten we een ijsje halen
Het zijn zulke warme dagen
Ik zal het wel betalen
Ja, het maakt mij natuurlijk niets uit
Maar, waarom ze dáárvoor kiest?
Het leven gaat vooruit
En er gebeurt niets
Hoewel, we gaan zondag chillen
Het is onze eerste date
En we kunnen doen wat we willen
Het is maar dat je het weet
De zon schijnt en ik loop over de markt. Kooplui prijzen hun koopwaar aan: “Aardbeien, drie voor drie!” Mensen lopen voorbij, sommige slenteren, anderen haasten zich tussen de slenteraars door. Op weg naar een doel, een boodschap, of zomaar even lopen. Mensen begroeten elkaar, nemen afscheid of maken een praatje. Tijdens het lopen vang ik flarden op van gesprekken, woorden in de wind.
De context ken ik natuurlijk niet, maar sommige zinnen blijven hangen. Een of twee zinnen en dan zijn de sprekers alweer voorbij en komt het volgende flard van een gesprekje bij me binnen. Een onsamenhangend geheel, of toch niet?
Achter de poort der vergetelheid ligt een pad
Nooit ben ik erin gegaan
In dat donker
Herinneringen van vroeger
Aan het einde glinstert iets
Het lonkt, ik weiger
Ik weet wel wat daar verloren is
Ik weet wel wat daar verborgen is
Ik weet wel wie daar woont
Ik weet wel van die schat
Maar ik durf niet
In dat donker
De paradox in het leven: Daar waar je grootste angst ligt, ligt ook je schat. Daar waar je het grootste conflict hebt, ligt je potentie tot groei. Dat is een principe dat in veel vormen van therapie gebruikt wordt. Dat is een principe dat mijn ratio begrijpt.
Maar iets in mij, wil daar niet gaan.
Slaapkamergeluk
Op mijn slaapkamer
In het nachtkastje
Bewaar ik
Een klein potje geluk
Ik weet wel dat geluk
Niet in een potje past
Maar zo’n heel klein beetje
Dat kan toch net
Alleen voor noodgevallen
Op zware dagen
Als de lucht zo grauw …
Zonder jou
Vanavond
Voor het slapengaan
Neem ik een drupje
Voor eindelijk
Zachte dromen
Het stond gisteren in de krant
De recensent, die hier gegeten had,
Had in een milde bui geschreven:
'Hier is het heerlijk, hier moet je wezen!'
Een amuse van gefrituurde reepjes aardappel
Gepresenteerd met enkele dartele blaadjes sla
Bitterballen op een bedje van mosterd
En een biertje met subtiele toetsen van caramel
En als subliem dessert, ambachtelijk ijs:
Aroma van vanille, afgetopt met geslagen room
De eenvoudigste dingen in het leven
Worden op deze plek met veel egards omgeven.
In de zaterdagbijlage van de krant die ik lees staat wekelijks een artikel over een restaurant waar de auteur van het artikel gegeten heeft. De schrijver is blijkbaar een expert op dit gebied, want geeft zonder terughoudendheid een oordeel. De sfeer en uitstraling (ambiance) van de locatie, het bestek (couverts) en dergelijke. En ook over de prijs, de (on)vriendelijkheid van het personeel, de smaak en de presentatie van de gerechten, bijzonderheden over de wijn enzovoorts. Het oordeel kan positief of negatief uitvallen.
In alle eerlijkheid lees ik die artikelen meestal niet, ik zie de foto's en lees de koppen. En als ik toch een stukje van het artikel lees, ervaar ik het vaak als vervreemdend. Ik lees met ontzag de beschrijvingen van de gerechten, mooi gevonden denk ik dan. Tegelijk schept dat taalgebruik voor mij ook afstand; woorden die mij niets zeggen, ik heb er geen binding mee: "wat bedoelen ze er eigenlijk mee?", denk ik dan.
Liever lees ik: de mensen waren vriendelijk, ik voelde me thuis en ik heb er lekker gegeten voor een schappelijke prijs.